Tien jaar

TIEN JAAR
(J. Verminnen)

Twee sterke sjouwers
dus vier sterke schouders
de verhuiswagen komt
neemt alles mee
je staat er wat eenzaam
in die lege kamers
je kijkt door het raam
een afscheid valt toch nooit mee
dag kratten vol boeken
waarin ik troost kon zoeken
dag vergeeld papier
’t was zo goed leven hier

REFREIN
Ze gaf me 10 jaar
van haar jong leven
en die 10 jaar, zijn we allebei kwijt
ik gaf haar 10 jaar
van mijn jong leven
van die 10 jaar
heb ik verdomme geen spijt

De piano kreunt zachtjes
de lange trap af
alsof ie wou blijven
nog een liedje wou schrijven
’t zijn rekken die kraken
en verlangen naar platen
het huis is zo stil nu
alsof het iets zeggen wil
’t zijn kale muren
die wachten op huurders
ze kijken zo moe
naar dat droevig gedoe

Twee sterke sjouwers
dus vier sterke schouders
zuchten onder de last
van zoveel ballast
als ik de trap afstommel
met al mijn spullen en rommel
mijn god, wat doe ik me aan
door hier gewoon weg te gaan
stapels wachtende brieven
helaas geen smachtende lieven
ik gooi alles weg
anders kom ik hier nooit weg