Een avond thuis

EEN AVOND THUIS
(J. Verminnen)

een gammele auto reed ons door dit land
we hadden goeie dagen en ’t was prettig spelen want
van Kortrijk tot Oostende, van Avelgem tot Peer
was het één vrolijke bende, ja de mensen wilden altijd meer

we bleven wel eens hangen
in het plaatselijk café
we lieten ons wel vangen
aan een lokale beauté

Een gitaarkist vol herinneringen
sleep ik overal mee
teveel om in een lied te zingen
maar ik zit er nu toch mee
en nu een avond thuis
met de radio halfzacht
geen publiek dat op me wacht
en nu een avond thuis
luisteren naar de stilte
en de warmte van dit huis

Een parochie zaal op stelten
ergens ver te velde
in dit zoete land
wij waren de helden
voor een avond lang
het verlegen meisje
dat ons vragen stelt
aan het einde van haar lijstje
over zichzelf vertelt

De kachel wou niet branden
de kleedkamer was zoek
je wist nooit waar je zou belanden
maar de stemming was toch goed